“Trauma is not what happens to you but what happens inside you as a result of what happens to you”

Gabor Maté,

Trauma

Trauma betekent letterlijk verwonding. Een verwonding kan lichamelijk zijn, maar ook psychisch en emotioneel. Het kan worden veroorzaakt door iets wat er was maar niet had moeten zijn, zoals geweld of een ongeval. Maar ook door dingen die er hadden moeten zijn, maar juist ontbraken, zoals steun, aandacht en voorspelbaarheid.

PTSS 

Als je na één of meerdere heftige gebeurtenissen klachten ontwikkelt, kan het zijn dat er sprake is van een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) of van trauma- of stressorgerelateerde problematiek. Bij een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) heb je last van herbelevingen of nachtmerries, schrik je gemakkelijk, bent prikkelbaar, kijk je naar jouw omgeving vanuit het oogpunt van gevaar en vermijd je die situaties en plekken die je doen denken aan de nare ervaring om te voorkomen dat je weer dezelfde nare, heftige gevoelens krijgt die je toen had. Je functioneren kan daardoor belemmerd worden en je  kan last hebben van traumagerelateerde problemen, zoals concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, slaapstoornissen en angst- en paniekaanvallen of wantrouwen, moeite hebben met contacten, met hechten aan anderen, het reguleren van afstand en nabijheid en de neiging hebben om je terug te trekken. Het komt voor dat je naast deze problemen ook last hebt van depressieve klachten of van een verandering van je zelfbeeld en wereldbeeld of dat je door de gebeurtenissen bent vastgelopen in je persoonlijkheidsontwikkeling. De klachten kunnen vrij snel na de gebeurtenis optreden, maar ook verlaat of bij herhaling van gebeurtenissen optreden of door een andere gebeurtenis worden uitgelokt.


Wat is complexe PTSS?

Complex trauma verwijst naar herhaalde of langdurige blootstelling aan traumatische ervaringen, meestal gedurende een kritieke periode van iemands ontwikkeling. Het ontstaat vaak in situaties waarin iemand machteloos is en niet kan ontsnappen, zoals bij chronische mishandeling, verwaarlozing, huiselijk geweld, of emotionele manipulatie. In tegenstelling tot een eenmalig trauma, zoals een auto-ongeluk, heeft complex trauma doorgaans diepgaande en blijvende gevolgen voor de emotionele, sociale en fysieke ontwikkeling van een persoon.

 

Kenmerken van Complex Trauma

Bij complex trauma zijn de volgende aspecten vaak aanwezig:

1. Herhaalde en langdurige blootstelling

  • De traumatische gebeurtenissen vinden plaats over een langere tijd en zijn vaak onvoorspelbaar.
  • Vaak betreft het relaties met mensen die een veilige basis zouden moeten bieden, zoals ouders of partners.

2. Ontwrichtende effecten op de ontwikkeling

  •  Omdat complex trauma vaak ontstaat tijdens de jeugd, beïnvloedt het de vorming van persoonlijkheid, identiteit en het vermogen om gezonde relaties aan te gaan.

3. Invloed op het zenuwstelsel

  • Chronische stress kan leiden tot overactivering van het autonome zenuwstelsel, waardoor het individu voortdurend in een staat van verhoogde waakzaamheid of emotionele verdoofdheid verkeert.

 

Symptomen van Complex Trauma

Complex trauma manifesteert zich vaak op verschillende manieren, zoals:

  • Emotionele regulatie: Moeite met het beheersen van emoties, zoals plotselinge woede, intense angst of langdurige somberheid.
  • Negatief zelfbeeld: Gevoelens van schaamte, schuld, of het idee “niet goed genoeg” te zijn.
  • Relatieproblemen: Moeite met vertrouwen, afhankelijkheid, of grenzen stellen in relaties.
  • Dissociatie: Gevoelens van onwerkelijkheid, emotionele verdoofdheid of geheugenverlies voor bepaalde periodes.
  • Fysieke klachten: Chronische pijn, slaapproblemen, of gezondheidsproblemen zonder duidelijke medische oorzaak.

Het Verschil met Enkelvoudig Trauma

Bij enkelvoudig trauma gaat het vaak om een eenmalige, acute gebeurtenis, zoals een ongeluk, natuurramp of een geweldsincident. Complex trauma daarentegen:

  • Heeft een cumulatief effect door herhaling.
  • Beïnvloedt de basisstructuren van het zelf, waaronder identiteit, zelfwaardering en relaties.
  • Vereist doorgaans een andere, langdurigere vorm van behandeling.

 

Het Belang van Veiligheid en Stabilisatie

Een belangrijke eerste stap in de behandeling van complex trauma is het creëren van een gevoel van veiligheid en stabiliteit. Dit omvat:

• Het aanleren van technieken voor stressregulatie.

• Het opbouwen van een veilige therapeutische relatie.

• Het ontwikkelen van een ondersteunend netwerk.

Overlevingsreacties

Wanneer iemand wordt geconfronteerd met een traumatische ervaring, kan het lichaam reageren met verschillende overlevingsmechanismen. Deze reacties zijn instinctief en gericht op het beschermen van het individu. De belangrijkste overlevingsreacties zijn:

1. Fight (Vecht)

• Het individu vecht letterlijk of figuurlijk tegen de dreiging.

• Het lichaam mobiliseert energie om te strijden.

• Symptomen: verhoogde hartslag, gespannen spieren, agressie of verbale weerstand.

 

2. Flight (Vluchten)

• Het individu probeert de situatie fysiek of emotioneel te ontvluchten.

• Het lichaam bereidt zich voor om weg te rennen of zich terug te trekken.

• Symptomen: angst, paniek, snel ademhalen, vermijden van de situatie of persoon.

 

3. Freeze (Bevriezen)

• Het individu raakt verlamd of “bevriest” in reactie op de dreiging.

• Dit kan het lichaam helpen om onzichtbaar te blijven of om energie te sparen.

• Symptomen: bewegingloosheid, niet kunnen reageren, gevoelloosheid.

 

4. Fawn (Pleasen)

• Het individu probeert de dreiging te verminderen door de agressor te plezieren of te kalmeren.

• Deze reactie komt vaak voor bij mensen die langdurige trauma’s, zoals mishandeling, hebben ervaren.

• Symptomen: overdreven meegaandheid, moeite met grenzen aangeven, neiging om conflicten te vermijden.

 

5. Flop (Instorten)

• Het individu geeft zich volledig over en verliest soms de controle over het lichaam.

• Dit is een extreme overlevingsreactie waarbij het zenuwstelsel “uitschakelt”.

• Symptomen: passiviteit, dissociatie, bewusteloosheid, verlies van spierspanning.

 

Fysiologische Basis

Deze reacties worden gereguleerd door het autonome zenuwstelsel:

Sympathisch zenuwstelsel: Activeert vecht- of vluchtreacties.

Parasympathisch zenuwstelsel: Speelt een rol bij bevriezen, instorten of dissociatie.

 

Individuele Reacties

Welke reactie iemand vertoont, hangt af van:

• Persoonlijke ervaringen en opvoeding.

• De aard van het trauma.

• De context en mogelijkheden om te reageren.

 

Het begrijpen van deze reacties kan helpen bij het verwerken van trauma’s en het zoeken naar passende hulp, zoals therapie.